Meisjes vragen vaker hulp bij mentale problemen, hogere zelfmoordcijfers bij jongens

Publicatiedatum

Auteur

Sofie Mertens

Deel dit artikel

Steeds meer jonge meisjes zoeken hulp voor mentale problemen, in vijf jaar tijd steeg dat aantal met ruim een kwart. Bij jongens valt een daling op, terwijl wel dubbel zoveel mannen als vrouwen zelfmoord plegen. “Macho-influencers en niet mogen praten over gevoelens, zit daar zeker voor iets tussen”, zegt Vlaams parlementslid Sofie Mertens (CD&V).

Er is een gender- en leeftijdskloof als het gaat over hulp zoeken bij psychische problemen: minder jongens en weinig ouderen doen dat. Dat blijkt uit de cijfers van de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg die Vlaams parlementslid Sofie Mertens (CD&V) opvroeg bij Vlaams welzijnsminister Caroline Gennez (Vooruit).

Twee op de drie personen die komen aankloppen bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) met een complex psychisch probleem zijn vrouwen. “Vooral jonge meisjes maken steeds vaker gebruik van die hulpverlening: sinds 2019 steeg het aantal trajecten bij minderjarige meisjes met 27 procent, terwijl dat bij minderjarige jongens net met 3 procent daalde”, aldus de Lommelse politica. “Terwijl dat niet betekent dat jongens en mannen minder lijden onder mentale problemen. Als we kijken naar de suïcidecijfers bij mannen, zien we dat die dubbel zo hoog zijn als bij vrouwen. We moeten ervoor zorgen dat ook mannen de stap zetten naar geestelijke gezondheidszorg.”

Hoe komt het dat jongens steeds minder hulp vragen? “Je ziet dat er opnieuw een shift is in de samenleving. Jongens moeten zich weer stoerder voordoen, je hebt bijvoorbeeld die hype rond influencer Andrew Tate. Echte mannen tonen hun gevoelens niet, dat is een taboe. Psychologische hulp hebben we niet nodig.... Maar als je dan die zelfmoordcijfers ziet? Zeer erg.”

Ouder

Ook de groep van zestigplussers is opvallend afwezig in de cijfers. Mertens: “Maar één op de tien behandelingen bij de CGG's is bij mensen van zestig en ouder. Terwijl psychische problemen in deze groep zeker niet minder voorkomen, en het gebruik van antidepressiva, psychofarmaca of slaap- en kalmeermiddelen bij ouderen veel hoger ligt dan bij jongere mensen. Ze vinden dus onvoldoende hun weg naar de hulpverlening.”

Terwijl wel blijkt dat, zodra ze toch die stap hebben gezet, de behandeling een stuk langer duurt: gemiddeld is een zestigplusser 721 dagen in therapie, tegenover 282 dagen voor jonge meisjes. “Vaak wachten ze tot het echt bijna te laat is. Dat heeft veel te maken met de houding van vroeger tegenover therapie of een psycholoog. Over je gevoelens of mentale problemen sprak je niet. Ieder huisje heeft zijn kruisje. Vooral het cijfer van het aantal mannen dat hulp zoekt ligt laag. Ook de kostprijs speelt bij die generatie nog een grote rol. Terwijl er toch tegemoetkomingen zijn.”

Wachtlijsten

Volgens de cijfers is er is een lichte daling in de wachtlijsten om te starten met een behandeling, maar tegelijk is er een stijging van de complexiteit van de problematieken. Waardoor de behandeling dan weer langer duurt. Maar zeker ook opvallend is hoeveel afspraken bij een CGG niet doorgaan. “Eén op de vier. Dat is een hoog aantal, maar er is voorlopig geen verklaring voor omdat het niet onderzocht is. Terwijl dat toch wel erg belangrijk is om te weten, zeker gezien de wachtlijsten. Gaat het om cliënten die niet komen opdagen, of is er afwezigheid door ziekte of om andere redenen van de hulpverleners? Het is wel cruciaal om dat uit te zoeken”, benadrukt Sofie Mertens. Ook moet er gekeken worden naar de wachtlijsten, want naast de CGG's zijn er ook andere hulpverleners als de Centra Algemeen Welzijnswerk. Mensen kunnen zich inschrijven op meerdere lijsten, “maar er bestaat geen overzicht van wie, waar of op hoeveel lijsten ze staan. We roepen op tot meer overzicht.”

Zeker gezien het grotere aantal mensen dat hulp nodig heeft, in vijf jaar is dat aantal met zes procent gestegen bij de CGG's. Tegelijkertijd heeft de overheid daar ook wel geld tegenover gezet, met een verhoging van hun financiering van 31 procent en 10 procent meer personeel. “En ze bereiken de kwetsbare groepen, want de helft van de cliënten betaalt het reguliere tarief van 11 euro, terwijl de overige helft een verminderd tarief of helemaal niets betaalt”, besluit Mertens.

Nieuws

“Bijna 137.000 voertuigen enkel voor dimlichten naar de herkeuring, dat is problematisch”

Vorig jaar moesten 688.409 voertuigen naar de herkeuring, 43 procent meer dan vijf jaar geleden. Vooral simpele defecten zoals slecht afgestelde dimlichten liggen aan de basis. “Het zou toch veel verstandiger zijn om die kleine aanpassingen in de keuringscentra zelf te doen”, zegt Vlaams Parlementslid Sofie Mertens (CD&V).

CD&V pleit voor het afschaffen van de toeslagen bij de autokeuring

In de afgelopen vijf jaar betaalden Vlaamse automobilisten in totaal meer dan 33 miljoen euro aan toeslagen voor een laattijdige keuring. Dit blijkt uit cijfers opgevraagd door Vlaams parlementslid Sofie Mertens (cd&v). “De autokeuring moet klantvriendelijk en eerlijk zijn: het kan niet dat mensen gestraft worden voor de lange wachttijden bij de keuringscentra.” Mertens pleit voor het schrappen van de toeslagen die de keuringscentra opleggen. “Het is uiteraard niet de bedoeling dat mensen hun voertuig niet meer laten keuren. De politie controleert of auto’s tijdig gekeurd werden.”

23 miljoen euro subsidies voor extra noodwoningen, maar Limburg profiteert amper mee

Tussen 2020 en 2023 heeft de Vlaamse overheid 23,7 miljoen euro uitbetaald voor de bouw en renovatie van noodwoningen. Maar slechts 900.000 euro daarvan ging naar Limburgse gemeenten. “Aan dit tempo hebben we pas over zestien jaar voldoende noodwoningen”, zegt Vlaams parlementslid Sofie Mertens (CD&V).