Tussen 2020 en 2023 heeft de Vlaamse overheid 23,7 miljoen euro uitbetaald voor de bouw en renovatie van noodwoningen. Maar slechts 900.000 euro daarvan ging naar Limburgse gemeenten. “Aan dit tempo hebben we pas over zestien jaar voldoende noodwoningen”, zegt Vlaams parlementslid Sofie Mertens (CD&V).
Een rapport van het Steunpunt Wonen in 2020 toonde aan dat er in Vlaanderen nood was aan zo’n vierduizend noodwoningen. Dat zijn kamers, appartementen of huizen die een tijdelijke oplossing bieden voor mensen die plots in nood belanden, bijvoorbeeld na een uithuiszetting of een woningbrand. Zij kunnen daar drie maanden blijven, met mogelijkheid tot één verlenging van nog eens drie maanden. Op het moment van dat rapport waren er in Vlaanderen amper 1.377 woningen, wat betekent dat er op korte termijn zo’n 2.600 moesten bijkomen.
Jaarlijkse projectoproep
Daarom startte de Vlaamse overheid in 2020 met een jaarlijkse projectoproep. Gemeenten die een noodwoning wilden bouwen, renoveren of inrichten konden daarvoor een subsidie krijgen, die de helft van de kosten dekte. Het aanvankelijk maximumbedrag per woning was 145.000 euro, al werd dat bedrag jaarlijks geïndexeerd. In 2020 werd er 12 miljoen euro uitgetrokken, in de drie daaropvolgende jaren was dat telkens 8 miljoen euro.
Hoe werden die budgetten benut? Dat vroeg Vlaams parlementslid Sofie Mertens (CD&V) aan Vlaams minister van Wonen Melissa Depraetere (Vooruit). Tussen 2020 en 2023 ging er 12,8 miljoen euro naar de bouw van noodwoningen in Vlaanderen, zo blijkt. Dat leverde 77 bijkomende noodwoningen op. Voor renovatie van bestaande gebouwen werd 10,9 miljoen euro uitbetaald, wat resulteerde in 80 extra noodwoningen. De rest van de beschikbare budgetten ging naar de inrichting van noodwoningen.
“Het gaat dus tergend traag”, zegt Sofie Mertens. “Aan dit tempo hebben we nog zestien jaar nodig voor we aan die vierduizend noodwoningen zitten. Bovendien stel ik vast dat er steeds minder reactie komt op die projectoproepen. In 2022 en 2023 samen zijn er amper twaalf noodwoningen bijgekomen, waarvan de helft door nieuwbouw.”
900.000 euro
In Limburg is de interesse in de beschikbare subsidies nog kleiner dan elders. Van die 23,7 miljoen euro voor nieuwbouw en renovatie, ging er slechts 900.000 euro naar Limburg. In onze provincie kwamen er sinds 2020 dan ook amper 15 noodwoningen bij. Een van de weinige gemeenten die gebruik maakten van de subsidies is Zonhoven, waar een bestaande LOI-woning gerenoveerd en omgevormd werd tot een noodwoning. In zo’n LOI-woning kon een asielzoeker verblijven tijdens de procedure, zoals in een asielcentrum. De gemeente ontving er ruim 88.000 euro voor. “Die noodwoning is volledig in orde na een grondige renovatie en biedt plaats aan verschillende gezinnen”, zegt Zonhovens burgemeester Bram De Raeve. “Momenteel woont er een gezin met twee kinderen, zonder hulp van de gemeente zouden ze op straat belanden.”
Waarom is er dan zo weinig interesse in Limburg? Nochtans meldde het rapport van Steunpunt Wonen in 2020 al dat er in Limburg heel wat gemeenten waren met relatief weinig noodwoningen, en dat heel wat gemeenten zelfs helemaal geen noodwoningen hadden. Volgens de onderzoekers ligt er een verklaring in de goede samenwerking met het CAW, dat in Limburg op provinciaal niveau georganiseerd is. “CAW Limburg en de OCMW’s werken er meer complementair ten aanzien van elkaar”, klinkt het. “Zo is er een overeenkomst tussen lokale besturen en CAW Limburg voor de organisatie van noodopvang.”
Geen nieuw onderzoek
Mertens nuanceert. “CAW Limburg organiseert geen gezinsopvang. Nachtopvang is er bijvoorbeeld enkel in Hasselt. Er is dus wel degelijk ook in Limburg een groot tekort aan noodwoningen. Ik hoor heel wat burgemeesters zeggen dat ze altijd noodwoningen tekort zullen hebben, of er nu één of drie ter beschikking zijn. De minister moet dringend luisteren naar die lokale noden. Bovendien blijkt uit haar antwoord dat er sinds die laatste studie in 2020 geen nieuw onderzoek meer gevoerd is naar noodwoningen. Die informatie is nu wellicht achterhaald. Hoe kan je dan goed beleid voeren?”