Steeds meer mensen krijgen hulp van de Vlaamse overheid bij de aankoop of renovatie van een huis. Maar liefst 6.623 gezinnen deden vorig jaar een beroep op de Vlaamse Woonlening, een verdrievoudiging op vijf jaar tijd. In Limburg gaat het zelfs om een verviervoudiging, goed voor een totaal krediet van 205 miljoen euro.
De Vlaamse Woonlening is een voordelig woonkrediet voor mensen met een bescheiden inkomen voor de aankoop en/of renovatie van een woning. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden. Zo zijn er maxima wat de waarde van de woning en het gezinsinkomen betreft en moet minstens een van de ontleners er blijven wonen gedurende de hele duur van het krediet. De rentevoet is onder meer afhankelijk van het inkomen en de gezinstoestand, maar ligt merkelijk lager dan die bij de reguliere woonkredieten. Dit jaar kan lenen bij de Vlaamse overheid al vanaf 2,21 procent. Bovendien kan je er 100 procent van de aankoopprijs lenen, wat bij banken moeilijker ligt.
Record
Dat duwtje in de rug kunnen steeds meer mensen gebruiken, zo blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Sofie Mertens (CD&V) opvroeg bij Vlaams minister van Wonen Melissa Depraetere (Vooruit). Vorig jaar werden 7.886 leningen aangevraagd, een record. 6.623 aanvragen (84 procent) werden goedgekeurd. In vergelijking met 2019 deden zo bijna drie keer meer mensen een beroep op de Vlaamse Woonlening. In Limburg leenden 961 gezinnen bij de Vlaamse overheid. Dat is zelfs een verviervoudiging op vijf jaar tijd.
De verklaring ligt voor de hand. Niet alleen de woningprijzen, maar ook de rentevoeten zijn in die vijf jaar sterk toegenomen. “Zonder hulp een eigen woning kopen is door die stijgende prijzen voor steeds meer Vlamingen onmogelijk geworden”, zegt Sofie Mertens. “Nochtans is een eigen woning een sterk middel om een spaarpotje op te bouwen. De Vlaamse Woonlening maakt het voor mensen met een bescheiden inkomen haalbaarder om een eigen woning te kopen.”
223.215 euro
De fors toegenomen woningprijzen zijn ook merkbaar in het bedrag dat gemiddeld ontleend wordt. In 2019 was dat nog 175.300 euro per aanvraag, vijf jaar later is dat al 223.215 euro, oftewel bijna 50.000 euro meer. Desondanks blijft het aantal wanbetalingen beperkt. “In 2024 werden slechts 65 leningen vroegtijdig stopgezet wegens betalingsproblemen”, zegt Mertens. “Over een periode van vijf jaar gaat het om slechts 252 dossiers. Het merendeel van de ontleners betaalt probleemloos af.” In totaal leende de overheid in 2024 bijna 1,5 miljard euro uit. 205 miljoen euro daarvan ging naar Limburgers.
Uit de cijfers blijkt verder dat het vooral koppels met kinderen zijn die een beroep doen op de Vlaamse Woonlening (44,1 procent), gevolgd door de alleenstaanden (25,5 procent) en eenoudergezinnen (23,5 procent). Het aandeel alleenstaanden is met bijna 5 procent gestegen ten opzichte van 2019. “Een goede zaak”, zegt Mertens. “Alleenstaanden mogen niet uit de boot vallen op de woningmarkt. Net daarom is een maatregel zoals de Vlaamse Woonlening zo belangrijk. Tegelijk zien we wel dat jonge koppels zonder kinderen nog relatief weinig gebruikmaken van de lening. De vraag is of die groep voldoende bereikt wordt. Ik pleit dan ook voor een gerichte communicatiestrategie. Iedereen die er recht op heeft, moet de kans krijgen om er ook effectief gebruik van te maken.”
Vereenvoudiging
Om ervoor te zorgen dat nog meer Vlamingen hun weg vinden naar de juiste ondersteuning, pleit CD&V ook voor een vereenvoudiging van het huidige systeem. “Vandaag bestaan er drie aparte instrumenten vanuit de Vlaamse overheid: Mijn VerbouwLening, de Noodkoopregeling en de Vlaamse Woonlening via het Vlaams Woningfonds”, zegt Mertens. “Maar veel mensen weten niet meer waar te beginnen. Daarom stellen we voor om deze financieringsmogelijkheden te bundelen in één duidelijk loket, gekoppeld aan hetzelfde aanvraagplatform als de premies.”
Gepubliceerd in Het Belang van Limburg