De autokeuring in Vlaanderen moet grondig hervormd worden. Dat zegt Vlaams Parlementslid Sofie Mertens (CD&V). “De regelgeving is nu vaak strenger dan de Europese vereisten.” Vandaag stelt minister van Mobiliteit De Ridder (N-VA) een hervorming voor aan de Vlaamse regering.
“Wat een logische veiligheidscontrole zou moeten zijn, is nu voor veel Vlamingen een bron van frustratie en onbegrip”, zegt Vlaams Parlementslid Sofie Mertens (CD&V). Al sinds haar komst in het parlement in 2022 heeft de Lommelse zich vastgebeten in het dossier van de autokeuringen. Verkeersveiligheid is voor CD&V prioriteit, maar tegelijk vinden ze dat de keuring efficiënter, eerlijker en klantvriendelijker kan. En vooral: niet strenger dan Europa voorschrijft. Ideeën daarover heeft Mertens genoeg.
Versoepelen
Zo pleit ze voor een tweejaarlijkse periodieke keuring voor alle voertuigen ouder dan vier jaar in plaats van een jaarlijkse keuring. De vorige Vlaamse minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) voerde dat al in voor personenwagens. Maar Peeters voegde daar wel een beperking aan toe: een tweejaarlijkse keuring kan enkel als de auto jonger is dan tien jaar of minder dan 160.000 km op de teller heeft. “Terwijl de Europese richtlijn zegt dat een keuring om de twee jaar goed is. Laten we dat dus volgen.”
Ook voor de herkeuring ziet Mertens manieren om te versoepelen. Wanneer je bij de keuring een rood keuringsbewijs krijgt, heb je vijftien dagen tijd om het voertuig opnieuw aan te bieden bij het keuringsstation. Die termijn ziet CD&V graag verlengd tot twee maanden. En ook de roetfiltertest, die sinds 1 juli 2022 bestaat, wil de partij hervormd zien. Daarvoor pleitte Mertens al eerder in deze krant. “Het zijn de meest kwetsbare mensen die met de oudste auto's rijden. Zij worden getroffen door de strenge regels van de roetfiltertest”, zei ze toen.
Kleine mankementen
Mertens vroeg bij Annick De Ridder (N-VA), de huidige Vlaamse minister van Mobiliteit, nog meer cijfers op, over de keuring van motorfietsen en lichte vrachtwagens. “En die bevestigen nog maar eens dat er dringend aanpassingen nodig zijn.”
Motorfietsen met meer dan 125 cc of een krachtige elektrische of hybride motor moeten sinds 1 januari 2023 naar de keuring. Weliswaar enkel na een ongeval of bij een tweedehandsverkoop. In 2024 werden er 27.706 motorfietsen gekeurd. Bij 99,7 procent was dat voor een tweedehandskeuring. Drie op de vier motorfietsen werden meteen goedgekeurd. Bij de afkeuringen gaat het vaak om kleine mankementen, zoals verkeerd afgestelde lichten of defecte reflectoren. “Iets dat vaak in enkele minuten opgelost kan worden”, zegt Mertens. Ze wijst erop dat Vlaanderen ook in dit geval strenger is dan Europa. “Een keuring na een ongeval is verdedigbaar, maar de verplichte tweedehandskeuring is een overbodige drempel die de verkoop onnodig bemoeilijkt. Die keuring is bovendien niet Europees verplicht.”
Bestelwagens
Nog een nodeloos strenge keuring ziet CD&V in de lichte vrachtauto's of bestelwagens. Die moeten meteen naar de keuring bij de eerste inschrijving, nog voor ze in gebruik worden genomen. Zo werden er in 2024 36.224 voertuigen gekeurd. Amper drie procent ervan werd dat jaar afgekeurd, veelal voor slecht afgestelde dimlichten of niet-functionerende mistlichten. “Het is absurd dat spiksplinternieuwe voertuigen onmiddellijk naar de keuring moeten. Het gaat om gecertificeerde voertuigen die aan Europese normen voldoen.”
Of alle door CD&V voorgestelde hervormingen in de conceptnota van minister De Ridder zitten, zal vandaag na de ministerraad blijken.
Gepubliceerd in Het Belang van Limburg