De Nederlandse regering vindt de reactivering van de spoorlijn Hamont-Weert te duur en schuift het project op de lange baan. Deze grensoverschrijdende verbinding is nochtans erg belangrijk voor zowel Nederlands als Belgisch Limburg.
Mager spoornet
Limburg kent slechts een mager spoornet. Er zijn geen verbindingen in het Maasland, er is geen verbinding tussen Noord en Zuid-Limburg en ook een grensoverschrijdende verbinding met Nederland ontbreekt. In 2021 werd de elektrificatie van spoorlijn 19 van Antwerpen tot Hamont afgerond. Sindsdien kunnen elektrische treinen doorrijden tot Hamont. Het laatste stukje van de spoorlijn, om verder door te rijden tot Weert, bedraagt slechts 10 kilometer. Om deze spoorlijn te reactiveren zijn aan beide kanten investeringen nodig. Langs de Belgische zijde zijn alle investeringen ondertussen afgerond. Nu is het wachten op Nederland. Samen met burgemeester Theo Schuurmans van Hamont-Achel ging ik eens een kijkje nemen.
Voordelen
Het zou de mobiliteit in de regio sterk ten goede komen als we de verbinding tussen Hamont en Weert zouden reactiveren. Bovendien gaat het verder dan het louter verbinden van deze 2 gemeentes. Met deze verbinding zouden we Eindhoven, Maastricht en Duitsland met Antwerpen, Leuven en Brussel kunnen verbinden en zo het treinreizen binnen Europa kunnen bevorderen.
Reizigerspotentieel
Het reizigerspotentieel bedraagt zo’n 2.200 à 2.500 reizigers per dag. Dit werd berekend op basis van de Nederlandse beleidsimpuls ‘Werkgeversaanpak’, die werkgevers ertoe aanzet om hun mobiliteitsbeleid te veranderen en werknemers aan te sporen om zich op een alternatieve manier van en naar het werk te verplaatsen. Hierbij wordt alleen rekening gehouden met het woon-werkverkeer dat vanuit Vlaanderen naar Nederland reist. Bovendien blijkt uit het Klimaatrapport van Vereniging Treinreizigers Vervoer (vTv) van april 2022 dat deze spoorlijn de CO2-uitstoot met 9,9 miljoen kilo per jaar kan verminderen.
Te duur
In 2017 werd het project opgenomen in het regeerakkoord van de Nederlandse regering Rutte III, maar bij de nieuwe regering Rutte IV werd het niet opnieuw opgenomen omdat het project te duur zou uitvallen. In september lichtte staatssecretaris Vivianne Heijnen het dossier en de visie van de Nederlandse Regering toe in de commissie Infrastructuur en Waterstraat in de Nederlandse Tweede Kamer. Ze gaf aan dat deze grensoverschrijdende verbinding nog steeds erg belangrijk is voor haar, maar dat ze eerst een beter zicht wil krijgen op de kostprijs ervan. De voltooiing van dit onderzoek is voorzien in 2024.