De chauffeurs van De Lijn hebben vorig jaar een recordaantal en een recordbedrag aan verkeersboetes gekregen. Zo bericht De Tijd woensdag op basis van cijfers die de Vlaamse Parlementsleden Orry Van de Wauwer en Sofie Mertens (beiden CD&V) opvroegen bij Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD).
Alles samen werden 2.531 verkeersovertredingen vastgesteld, goed voor een boetebedrag van ruim 173.000 euro. In vergelijking met 2022, het vorige recordjaar, ligt het aantal vastgestelde overtredingen bijna 17 procent hoger. In de jaren daarvoor werden nooit meer dan 2.000 overtredingen door bus- en tramchauffeurs vastgesteld.
“Het is niet abnormaal dat chauffeurs eens een overtreding begaan op de vele honderdduizenden kilometers die ze afleggen”, zegt Van de Wauwer over de cijfers. “Maar een verdubbeling van het aantal boetes in vergelijking met 2019 is zorgwekkend en mag niet aanvaard worden. Een bestuurder van De Lijn moet het voorbeeld geven op de weg.”
In meer dan negen op de tien gevallen ligt een te hoge snelheid aan de basis van de boete. Vooral het aantal kleine overtredingen – minder dan 10 kilometer per uur te snel na correctie – stijgt fors. Naast de ruim 2.300 snelheidsboetes werden 79 chauffeurs betrapt op door het rood rijden. Nog eens 28 boetes kwamen er wegens gsm-gebruik achter het stuur. In vergelijking met de jaren daarvoor ligt dat cijfer merkbaar lager.
Meestal niet zelf betalen
Een buschauffeur die een boete krijgt, moet die meestal niet zelf betalen. Pas bij herhaaldelijke overtredingen verhaalt De Lijn de bekeuring op de bestuurder. In 2023 draaide de vervoersmaatschappij op voor 68 procent van alle uitgeschreven verkeersboetes. Zo’n 118.000 euro aan werkingsmiddelen van De Lijn vloeide naar de boetes.
Door uiteenlopende afspraken zijn er aanzienlijke regionale verschillen in het aandeel dat chauffeurs moeten dragen. In de steden Antwerpen en Gent of de regio Kortrijk-Brugge betaalden de bestuurders vorig jaar minder dan 20 procent van de boetes. Elders in de provincie Antwerpen gaat het zelfs om amper 11 procent. In de rest van Oost-Vlaanderen en in Brussel en de Vlaamse Rand betalen chauffeurs daarentegen ruim een derde. In Limburg moeten de chauffeurs zowat de helft van de boetes zelf ophoesten.
Dit artikel verscheen in De Tijd, Het Belang van Limburg, de Gazet van Antwerpen, het Nieuwsblad en in het Laatste Nieuws.