Het schooljaar gaat weer van start, maar het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs is nog steeds niet in orde. De katholieke onderwijskoepel deed onlangs een enquête onder schooldirecties waaruit blijkt dat bijna de helft van de scholen die deelnamen zich zorgen maakt over het leerlingenvervoer op 1 september. De grootste zorg hierbij betreft de reistijden.
90 minuten?
Verschillende schooldirecties hebben aangegeven dat de maximale rittijd van 90 minuten dreigt te worden overschreden. Uit de schema's die De Lijn aan de scholen heeft bezorgd, blijkt dat sommige leerlingen wel twee uur (enkele rit) op de bus zullen zitten. Opvallend is dat hierbij vaak nog niet eens rekening wordt gehouden met mogelijke verkeersdrukte. Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters houdt echter vast aan de regel van een maximale ritduur van 90 minuten en reageert dat De Lijn nog hard aan het werk is om deze problemen op te lossen.
Eén dag voor de start van het schooljaar is er echter nog steeds geen oplossing gevonden voor alle leerlingen. Zo zullen 2.496 kinderen vrijdag nog steeds een busrit van langer dan negentig minuten moeten doorstaan. Daarenboven hebben 99 leerlingen zelfs geen vervoer, want De Lijn heeft voor vier ritten nog steeds geen uitvoerder heeft gevonden.
Overkoepelend aanspreekpunt
Momenteel verloopt de communicatie tussen de scholen en De Lijn verre van optimaal. Een betere samenwerking tussen alle betrokken partijen is van cruciaal belang om deze problemen aan te pakken. Daarom dringt cd&v aan op een overkoepelend aanspreekpunt voor problemen met het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs. We moeten ervoor zorgen dat de leerlingen vanaf 1 september vlot en veilig naar school kunnen gaan. Bovendien moet er dringend werk gemaakt worden van de duurzame hervorming tegen schooljaar 2024-2025, anders zullen we volgend schooljaar opnieuw met dezelfde problemen te kampen hebben.
Lees hier het bericht in Het Nieuwsblad.